Het zakkendragershuisje waar de zakkendragers na het luiden van de bel bijeenkwamen en waar de dobbelstenen, het zogenaamde smakken, bepaalde wie het werk mocht uitvoeren.
Hoe het begon
Al rond 1250 moeten er dragers in Schiedam geweest zijn. Zij droegen goederen van het ene schip naar het andere over de net gelegde dam in de Schie. Deze dragers organiseerden zich een eeuw later in een gilde onder de naam St. Anthonisgilde. De juiste datum van oprichting is niet bekend. Deze zal vergelijkbaar zijn met andere havensteden en in ieder geval voor 1465 liggen. Toen was namelijk de eerste vermelding van het Anthonisgilde in het Keurboek van Schiedam. In de 17e eeuw werd Schiedam een jeneverstad in plaats van een vissersplaats. Het gilde draagt dan hoofdzakelijk nog graan en kolen, maar is verplicht alle soorten goederen te dragen. Graan werd in grote hoeveelheden voor de branderijen aangevoerd.
Dobbelen om werk
Er moesten dagelijks een of meer schepen gelost worden. De gildemeester en later de commissaris luidde dan telkens de klok van het zakkendragershuisje. Ook keerde hij een zandloper om. De zandloper liep precies zeven minuten. Na die zeven minuten ging de deur van het Zakkendragershuisje dicht. Wie dan binnen was, kon meedingen naar het werk. En werk betekende toen brood op de plank. De voorman bepaalde hoeveel man hij voor het werk nodig had. Meedingen ging door dobbelstenen te gooien. Dat moest zo eerlijk mogelijk gebeuren. Zonder handigheidjes. Het werpen ging in een trechter met een bak eronder. Smakken heette dat. De dragers die de hoogste ogen gooiden, konden aan het werk. In het Zakkendragershuisje lagen de gereedschappen al klaar. De smakbak is nu nog steeds aanwezig.
Het einde van het Schiedamse zakkendragersgilde
In 1939 stopte het Anthonisgilde. Er was te weinig werk. Bovendien waren er nog maar zeven leden. Ook in andere steden hielden zakkendragersgilden op te bestaan. Zoals in Maassluis (1940), Delfshaven (1943) en Dordrecht (1950).
In 1943 werd een deel van de gereedschappen verkocht. Een ander deel staat in het Stedelijk Museum en in het Jenevermuseum van Schiedam. Het zakkendragershuisje werd eigendom van de Gemeente.
Heden
Thans houden de vrijwilligers van het Anthonisgilde het ambacht van zakkendrager
in ere. In de vorm van 'levende' geschiedenis bieden zij een kijkje in het leven
van 18e-
Zakkendragers