Ooit zei Willem Bilderdijk: In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal.
Volgens plan moest de stad worden ontdaan van de herinneringen aan het verleden. Dat stuk verleden tenminste, waar de Schiedammers – de bestuurders van de stad voorop – van verlost wilden worden; de stegen en sloppen waar de armoede tegen de muren kroop. Althans men (de bestuurders en de elite van de stad) dacht dat de gewone Schiedammers dit wilde. Onvergeeflijk is alleen de haast waarmee de sloop werd begonnen. Zonder plan, zonder direct doel ook, werd het grootste gedeelte van de woningen in de binnenstad tegen de vlakte gegooid.
Schiedam moest groot worden, was vaak de enige gehoorde motivatie. Een moderne stad in het hart van de Rijnmond, met alle openbare voorzieningen die een burger zich wensen kan. Een stad met een imposant centrum, die in een geheel betonnen uitvoering werd gedacht. Met een hoog oprijzend stadskantoor en bestuurscentrum, een overdekt winkelcentrum en, jawel, een parkeergarage terzijde van een geheel vernieuwde Broersvest. Het kon niet op in het oog van de initiatiefnemers. Het ene plan, na het andere werd ontvouwd, heftig bediscussieerd en vervolgens weer verworpen voor een nog beter alternatief, weer een nieuwe visie, een nog groter toekomstperspectief. Het grootste probleem was, dat het echte perspectief ontbrak, al werd die indruk zorgvuldig vermeden. De sloop was gebaseerd op zulke vage plannen, dat zelfs een schijnbare aanpak later niet mogelijk bleek.
En de bevolking? De bevolking had aan dat alles part noch deel. Schiedam is nooit een stad geweest waar de bevolking zich teweer stelde tegen z’n bestuur. De lethargie (inactief, apathisch, futloos) van de brandersknecht, het ontzag voor baas en overheid zat er nog diep in. Van alle grote Nederlandse steden kende Schiedam als enige in de jaren zestig nog erfopvolging in de gemeenteraad en gewoontebestuur in dagelijkse zaken. Een wethouderschap werd nog heel lang gezien als een leuk bijbaantje en het zou jaren duren voordat de kleine kring van notabelen, die overal zitting in hadden en over van alles beslisten, eindelijk kon worden opengebroken.
De vernieuwingsdrift nam zulke vormen aan dat hele stadsgedeelten werden gesloopt, terwijl op dat moment al duidelijk was, dat van vervanging en vernieuwing geen sprake zou zijn, doordat of die plannen ontbraken of de financiële basis niet eens aanwezig was en de gemeenteraad alleen maar werd gevraagd om een vrijbrief onder het motto: Eerst de beuk erin, later zien we wel.
Maar toen was het voor Schiedam al te laat. De schade was onherstelbaar, alle excuses achteraf ten spijt. De manier waarop is omgesprongen met de oude binnenstad, de lichtvaardigheid van handelen en het inbrengen van persoonlijke motieven, had nooit dergelijke vormen mogen aannemen. Schiedam is erdoor beroofd van zijn centrum. Zonder kans, voorlopig, op herstel.
Het Schiedamse stadshart, zoals de tekenaar dit in 1962 het met de beschikbare gegevens meende te kunnen weergeven, heeft voorgoed gebroken met zijn sloppen en stegen. Breed zijn de straten en ruim de pleinen waar wij winkelen, wandelen en vooral rijden zullen.
Verklaring van de nummers: 1 Nieuwe stadhuis, 2 Ruïne, 3 Proveniershuis, 4 kantoorgebouw,
5 woonflat (ca. 10 verdiepingen), 6 Winkelcentrum met woonflat (5 woonlagen + winkels),
7 Winkelcentrum (4 woonlagen + winkels), 8 Flats, 9 Hoge flats met winkelgalerijen,
10 Zeer hoge flats (10-
Luchtfoto van het noordelijke gedeelte van de Broersvest. Te zien is het nog bestaande Proveniershuis maar ook de inmiddels gesloopte HBS en brandweerkazerne.
Haast centraal in de foto de ruïne Huis te Riviere.
Aan de andere kant van de Schie (links boven op de foto) is al een boerderij gesloopt maar ook alle huizen aan Broersvest (onder aan deze foto) zijn al lang geleden gesloopt .
Niet voor te stellen maar op een haar na was dit alles gesloopt. Nu een van de mooiste plekjes van Schiedam. De Schie met het zakkendragershuisje.
Onderstaande teksten zijn niet van mijn hand en zijn geschreven in 1962. De plannen die daar in beschreven worden zijn (gelukkig) niet allemaal uitgevoerd en/of door de voortschrijdende tijd achterhaald en/of wederom aangepast aan de eisen van de tijd.
1962
Bovenstaande een maquette van het stadskantoor zoals het plan was maar niet is uitgevoerd